Winkelwagen
Je winkelwagen is leeg
Heb je een vraag over een order of product? Stuur ons een bericht of maak alvast een afspraak. Maandag zijn we vanaf weer telefonisch berikbaar. Fijn weekend.
Het halfvrijstaande bad is in opmars. Dat is het al een poosje. Niet zo gek, eigenlijk - het halfvrijstaande bad geeft dezelfde uitstraling als een vrijstaand bad, maar je kunt hem deels tegen de muur plaatsen. Handig voor de niet-zo-grote badkamer!
Er zijn verschillende soorten halfvrijstaande baden. Sommige kun je met één lange zijde tegen de muur plaatsen. Dit noemen we ook wel een “back-to-wall” bad. Daarbij heb je dus nog drie vrije zijden. Andere kun je met een lange en een korte zijde tegen de muur plaatsen. Dit is een hoekbad, en je hebt ze in linker- en rechteruitvoeringen. Er zijn zelfs varianten die je met alleen de korte kant tegen de muur kunt plaatsen (zoals dit bad van Mondiaz).
Hieronder zie je de meest verkochte varianten: links de back-to-wall, die met één zijde tegen de muur staat, en de rechts de hoekvariant die met twee zijden tegen de muur staat.
Er zitten veel voordelen aan een halfvrijstaand bad. Laten we ze eens op een rij zetten:
Bij een vrijstaand bad kan het soms lastig zijn de toevoer van water te realiseren. Je moet het bad dicht bij de muur plaatsen als je daar de kraan wilt monteren, maar dan gaat het effect van een vrijstaand bad alweer een beetje verloren. Wil je het bad de ruimte geven, dan zit je vast aan een vrijstaande badkraan, waarvoor de leiding dan in de vloer moet worden gefreesd.
Bij een halfvrijstaand bad kun je de kraan gewoon in de muur monteren, of eventueel op de badrand zelf. Hoe dan ook hoeft de leiding niet door de vloer te worden getrokken. Dat vergt aanmerkelijk minder arbeid, en is dus voordeliger. Je kunt natuurlijk, als je dat tof vindt, eigenwijs zijn en toch voor een vrijstaande badkraan kiezen. Die zet je dan gewoon naast een vrije zijde. Dan geniet je als nog van alle andere voordelen van deze badvorm.
Dit brengt ons trouwens bij een leuke nieuwe ontwikkeling op het gebied van halfvrijstaande baden: tegenwoordig kun je er ook voor kiezen om je bad te vullen met behulp van een badvulcombinatie. Je maakt dan geen gebruik van een uitloop uit de muur of badrand, maar laat het bad vollopen via de overloop. De nieuwste trend op dit gebied is dan ook een overloop die is voorzien van een contrasterende overloopring in bijvoorbeeld chroom of geborsteld rvs. Kijk maar eens naar deze detailfoto van Riho:
Kies je voor een standaard ligbad, dan heb je altijd te maken met een badombouw. Deze wordt meestal afgewerkt met tegels. Ook dit vergt meer werk. Daar komt bij dat tegelvoegen sneller vies worden en lastiger schoon te maken zijn. Met een halfvrijstaand bad heb je daar allemaal geen last van. Een doekje over de vrijstaande kant en klaar!
Een halfvrijstaand bad hoeft niet aan alle vier de zijden vrij te staan. Dat betekent dat je het aan één of twee zijden ergens tegenaan kunt zetten (meestal een wand, maar een tussenmuurtje of nis kan ook).
Scheelt een halfvrijstaand bad nu echt zoveel ruimte, denk je dan misschien? Ja, toch wel. Aangeraden wordt om aan alle vrijstaande zijden van een bad ten minste 50 cm aan ruimte over te laten, anders kun je er niet goed langs lopen. Een vrijstaand bad van 80 cm breed heeft dus in de breedte maar liefst 180 cm aan vrije vloerbreedte nodig, en met een lengte van 180 cm wel 280 cm vrije vloerlengte. Dat is totaal ruim 5 m2. De badkamer van de gemiddelde Nederlander is zo’n 8 - 9 m2, dus je bent dan meer dan de helft van je vloeroppervlak kwijt aan een vrijstaand bad. Bij een halfvrijstaand bad dat in de hoek wordt geplaatst, is dat 3 m2.
Met een halfvrijstaand bad bespaar je trouwens niet alleen vloeroppervlak, maar ook schoonmaaktijd. Want aan de zijden die niet vrij staan, hoef je niet op handen en knieën met een dweil om het bad heen te kruipen. Pure winst en meer tijd voor dit:
Een halfvrijstaand bad is gemiddeld genomen sowieso voordeliger dan een vrijstaand bad. Maar het is vaak ook voordeliger dan een inbouwbad. Niet qua aanschaf - dan is een inbouwbad wel voordeliger. Maar tel je alle bijkomende arbeids- en materiaalkosten van een inbouwbad mee, dan zul je vaak merken dat je onder de streep toch meer kwijt bent.
Halfvrijstaande baden zijn er hoofdzakelijk in twee materialen: Solid Surface en acryl. Een enkel model is uitgevoerd in een andere vorm van composiet. Solid Surface is duurder, maar het materiaal heeft een aantal prettige eigenschappen die het mogelijk voor jou toch de meerprijs waard kunnen maken.
In onze blog over dit materiaal, getiteld “Alles over Solid Surface”, beschrijven we de volgende eigenschappen:
Ook acryl voelt warm aan en heeft een glad en poriënvrij oppervlak. Qua schoonmaakgemak ontlopen de twee materialen elkaar dus niet zoveel. Acryl is minder duurzaam dan Solid Surface en aanmerkelijk lastiger te repareren als er beschadigingen ontstaan. Solid Surface kan door een vakman namelijk een beetje opgeschuurd worden, zoals je dat met hout ook kunt doen. Bij acryl gaat dat niet.
Het uiterlijk van Solid Surface verschilt wel duidelijk van dat van acryl. Solid Surface is altijd mat en heeft een steen-look, het ziet er een beetje uit als kwarts maar dan zonder natuurlijke kleurschakeringen. Acryl glanst meestal, maar het is tegenwoordig ook verkrijgbaar in mat-wit.
Ook de badontwerpen en -vormen die met acryl kunnen worden gerealiseerd, zijn anders. Solid Surface is flexibeler en laat zich in "gekkere" vormen gieten dan acryl.
Had jij je zinnen gezet op een vrijstaand bad, maar twijfel je of het eigenlijk wel de juiste keuze is voor je badkamer? Wellicht is een halfvrijstaand bad dan de perfecte oplossing. Ruimtebesparend, mooi om te zien en zó eenvoudig om te installeren dat men ze ook wel "plug and play"-baden noemt. Wij zijn fan!